Verordening 2021/1228 van de Europese Unie heeft verschillende vernieuwingen geïntroduceerd in de wegtransportsector. Meer bepaald moeten vanaf 21 augustus 2023 alle nieuw ingeschreven bedrijfsvoertuigen met een brutogewicht van meer dan 3,5 ton uitgerust zijn met een slimme tachograaf van de tweede generatie. Tegen augustus 2025 moeten ook reeds ingeschreven voertuigen die internationaal vervoer uitvoeren het apparaat vervangen. Ze moeten ook worden vervangen in bedrijfsvoertuigen tussen 2,5 en 3,5 ton en moeten uiterlijk in juli 2026 aan de eisen voldoen, ook als ze internationaal vervoer uitvoeren.

De nieuwe digitale tachograaf, ook wel “smart” genoemd, is geoptimaliseerd voor het registreren van grensovergangen, de positie van het voertuig tijdens het laden/lossen en maakt gebruik van Galileo-satellietverificatie. Naast het vereenvoudigen van het werk van bestuurders, operators en wetshandhavingsinstanties, introduceert het nieuwe anti-manipulatiemechanismen en de mogelijkheid om de software te updaten om nieuwe functies te implementeren, zodat het apparaat niet hoeft te worden vervangen in het geval van afwijkende technische specificaties.

Op de vastgestelde datum waren veel van de apparaten echter niet beschikbaar vanwege vertragingen in de levering die niet te wijten waren aan de wegvervoersector. In Italië vermeldde de telling door het ministerie van Infrastructuur en Transport een hoeveelheid vrachtwagens en bussen tussen 7.000 en 9.000 eenheden. In andere landen was de situatie echter vrijwel hetzelfde. Individuele lidstaten van de Europese Unie werden dus door de omstandigheden gedwongen om actie te ondernemen, door tijdelijke uitstelperiodes in te voeren met goedkeuring van de Europese Commissie. Deze situatie, zoals blijkt uit een analyse van IRI, de World Road Transport Organisation, heeft ertoe geleid dat landen de overgangsperiode verschillend toepassen: sommige landen hebben meer tijd gegeven om aan de regels te voldoen, terwijl andere landen een kortere overgangsperiode hanteren. In Duitsland is de uitstelperiode bijvoorbeeld 24 maanden, in Oostenrijk duurt het tot 1 juni 2024 en in Zweden tot 31 april 2024, waarna de verplichting om de eenheid te vervangen in werking treedt. In Frankrijk duurt de opschorting vier of zes maanden, afhankelijk van of de truck compleet of incompleet is verkocht. In Spanje daarentegen is de uiterste datum vastgesteld op 31 december 2023.

Zoals vaak het geval is in deze gevallen, moeten al deze data beschouwd worden als indicatief voor een situatie die voortdurend evolueert. Verdere verlengingen of opschortingen kunnen absoluut niet worden uitgesloten.

Gerelateerd nieuws

05/02/2024
Het jaar 2024 belooft belangrijke ontwikkelingen te brengen op het gebied van wagenparkbeheer. Volgens onze prognoses zal het een beslissend jaar worden dat…